Ons fitnessbenadering – Een objectieve strategie
Echte, objectief meetbare resultaten op het gebied van gezondheid of welzijn, kunnen enkel worden behaald met een wetenschappelijke methodologie die haar doeltreffendheid al lang niet meer hoeft te bewijzen. De fysieke activiteiten worden niet systematisch aanbevolen en zijn niet voor iedereen geschikt. Wat het volume en de intensiteit betreft, moeten er strenge principes worden gerespecteerd. Daarom moet elk programma individueel worden opgesteld volgens ieders niveau en ieders verwachtingen.
Vertrekpunt: onthaal, gesprek en evaluatie
Wij willen alle nieuwe deelnemers individueel verwelkomen. Tijdens een doelgericht gesprek, stellen wij hen eerst en vooral alle activiteiten voor die in de fitnessruimte beschikbaar zijn. Vervolgens zoeken wij naar die activiteiten die het best passen bij hun profiel: ervaring met sporten, eventuele kleine gezondheidsproblemen, maar ook hun verwachtingen en wensen bij de start van een fitnessprogramma. De kwaliteit van dit gesprek is bepalend voor de motivatie en de toekomstige resultaten van het sporten.
Dankzij de evaluatie van de basiskwaliteiten en de fysieke conditie, kan iedereen zijn niveau werkelijk objectief inschatten:
- De aanpassing van het hart aan een matige inspanning. Dit is een essentiële parameter voor het sportniveau van het individu die een duidelijk beeld geeft van uw algemene fysieke conditie.
- De lichaamssamenstelling (vetpercentage) en de body mass index (BMI) geven interessante informatie over uw lichaamsbouw en uw bewegingsniveau.
- Spier- en gewrichtssoepelheid. Onaangepaste waarden kunnen u hinderen bij heel wat dagelijkse bewegingen. Een correct niveau daarentegen staat borg voor welzijn.
- De spiertonus. Om het hoofd te kunnen bieden aan de verschillende soorten stress van het dagelijkse leven en talrijke problemen te voorkomen, zoals bijvoorbeeld rugpijn, wordt een voldoende evenwichtige spiertonus aanbevolen.
Hoe ver sta ik?
Aan de hand van de waarden die op die manier worden bekomen, kan de toekomstige deelnemer zien hoe ver hij staat ten opzichte van de normen die zijn opgesteld volgens zijn leeftijd en geslacht. De cijfers kunnen ook dienst doen als markeerpunt bij toekomstige evaluaties, om later te bevestigen dat het voorgestelde programma wel degelijk geschikt was.